Preventief Medisch Onderzoek - Westland ARBO

0174 23 77 03
Contact:
Westland ARBO
Prins Hendrikstraat 39-41
2671JG Naaldwijk
info@westland-arbo.nl

Ga naar de inhoud
CONTACT
Telefoon:
0174 - 23 77 03
Bezoek- en postadres:
Prins Hendrikstraat 39-41
2671 JG Naaldwijk
E-mail:
info@westland-arbo.nl
Route:
Extra informatie over de uitgevoerde onderzoeken tijdens het PMO
BMI (Body Mass Index)
De BMI wordt berekend met de onderstaande, eenvoudige formule voor de verhouding tussen het gewicht en de lengte van een persoon.  
BMI = gewicht (kg) / lengte (m) / lengte (m).
Als de BMI hoger is dan de internationale standaard is, is er een verhoogde kans op een aantal veel voorkomende ziekten.

Lichaamsvetpercentage en visceraal vetniveau
Het lichaamsvetpercentage is de hoeveelheid lichaamsvet als percentage van het totale lichaamsgewicht.
Lichaamsvetpercentage (%) = {Gewicht lichaamsvet (kg)/lichaamsgewicht (kg)} × 100

Visceraal vet = vet rond de interne organen . Van een teveel aan visceraal vet wordt gedacht dat dit sterk gerelateerd is aan verhoogde vetniveaus in het bloed. Dit kan leiden tot welvaartsziekten als hoog cholesterol en suikerziekte. Deze aandoeningen verstoren de overdracht van energie uit het bloed naar de cellen. Voor het voorkomen of verlichten van welvaartsziekten is het belangrijk de hoeveelheid visceraal vet te verminderen tot een acceptabel niveau.

Skeletspiermassa
Spieren worden in twee typen onderverdeeld: spieren van interne organen, zoals het hart, en skeletspieren die aan botten zijn gehecht en voor bewegen worden gebruikt. De skeletspiermassa kan worden vergroot door oefening en andere activiteiten.
Het vergroten van de skeletspiermassa ten opzichte van de lichaamsmassa betekent dat er gemakkelijker energie kan worden verbrand. Dit betekent dat het minder waarschijnlijk is dat er vet wordt aangemaakt en dat het gemakkelijker wordt een actieve levensstijl aan te houden.

Basaal metabolisme
Onafhankelijk van hoe actief u bent, is er een minimale hoeveelheid energie nodig voor de dagelijkse functies van het lichaam. Dit wordt het basale metabolisme of rustmetabolisme genoemd, en geeft aan hoeveel calorieën u moet eten om uw lichaam voldoende energie te geven om te functioneren.  

Bloeddruk
Het hart knijpt samen om het bloed de slagaders in te pompen. De druk die op de slagaders komt te staan heet bloeddruk. Als het hart samenknijpt is de druk het hoogst. Dit heet de bovendruk. Als het hart zich ontspant, is de bloeddruk het laagst. Dit heet de onderdruk.
De bovendruk geeft de beste schatting van het risico op hart- en vaatziekten. De bloeddruk schommelt. In de ochtend en avond is de waarde vaak wat lager dan 's middags. Als u beweegt of praat dan stijgt uw bloeddruk. Ook uw stemming heeft invloed. Bent u angstig, boos of aangeslagen? Dan stijgt de bloeddruk. De uitgevoerde meting is een momentopname. Door de bloeddruk op verschillende tijdstippen te meten, kan vastgesteld worden of er werkelijk sprake is van een hoge bloeddruk.

Cholesterol
Cholesterol is een vetachtige stof die het lichaam nodig heeft als bouwstof voor uw cellen en hormonen. Zonder cholesterol kan het lichaam niet goed functioneren; een teveel ervan is schadelijk. Het meeste cholesterol maakt u zelf aan in de lever. Een klein gedeelte krijgt u via uw voeding binnen.
Van een te hoog cholesterolgehalte merkt u zelf niets, maar leidt op den duur tot het nauwer worden van slagaders. Een hartinfarct, beroerte of andere vaatziekten kunnen het gevolg zijn.

Bloedsuiker
Een andere naam voor suiker is glucose. Glucose is een koolhydraat. Koolhydraten zitten bijvoorbeeld in brood, aardappelen, rijst en pasta, fruit en natuurlijk in kristalsuiker. U heeft glucose nodig als bron van energie. Normaal heeft u precies genoeg glucose in het bloed. Dit regelt het hormoon insuline. De alvleesklier maakt dit hormoon aan als er teveel glucose is. Teveel glucose in het bloed is schadelijk.

Longfunctie
COPD is een verzamelnaam voor onder meer de longziekten chronische bronchitis en longemfyseem. COPD is een  ziekte waarbij de longen altijd vol zitten met kleine ontstekingen, die blijvende schade veroorzaken. COPD is helaas niet te genezen. Als u COPD heeft, heeft u daardoor vaak adem tekort. Bijvoorbeeld bij het traplopen, sporten of werken.
Tijdens het longfunctieonderzoek zijn diverse metingen verricht.

Een korte uitleg van de belangrijkste uitkomsten:
  • FVC = de inhoud van uw longen in het aantal liters
  • FEV1% = Tiffeneau index geeft een indicatie voor longaandoeningen als astma en COPD
  • PEF = de maximale snelheid in liter per seconde.
  • ELA leeftijd = de uitkomsten van de test worden vergeleken met de leeftijd die normaal bij de uitslagen hoort.

Gehoortest
Tijdens de gehoortest meten we het gehoorverlies van beide oren. U krijgt een koptelefoon en hoort u piepjes in verschillende toonhoogtes en geluidssterkte. Dit is een goede manier om lawaaidoofheid te onderzoeken of te controleren of dat het dragen van gehoorbescherming wel effectief is.

Beeldscherm visusonderzoek
Langdurig werken met een beeldscherm kan voor allerlei klachten leiden. Een verkeerde houding achter uw pc kan leiden tot rug-, nek- en schouderklachten. Vaak is dit op te lossen met een goed ingestelde werkplek. Maar als uw de letters en cijfers op het beeldscherm niet goed kan lezen, neemt u snel een verkeerde houding aan. Tijdens het visus onderzoek meten we de scherpte op 5 meter (veraf), 40 cm (leesafstand) en 60 cm (beeldschermafstand). Het kan dus zo zijn dat u een beeldschermbril nodig heeft om klachten te verminderen of te voorkomen.

Urine onderzoek
De urine wordt onder andere getest op de aanwezigheid van cellen, eiwit en glucose. Veel aandoeningen kunnen in een vroeg stadium worden aangetoond door urineonderzoek, omdat ze zich verraden door stoffen in de urine die er niet in thuis horen. Een afwijkende urineanalyse is meestal aanleiding voor aanvullend onderzoek om de aard en ernst van de onderliggende ziekte vast te stellen.

De testuitslagen van de urinestatus worden door middel van een colorimetrisch bepaald. Deze bepalingen geven slechts een indicatie van het onderzochte. De aanwezigheid van ondermeer bloedcellen (erythrocyten, leucocyten), kristallen en geneesmiddelen beïnvloeden deze testen en kunnen vals positieve en vals negatieve uitslagen opleveren.

Soortelijk gewicht
Normale urine heeft een soortelijk gewicht (sg) van ongeveer 1010. Is het sg erg laag dan is de urine sterk verdund (zuiver water heeft 1000), is het sterk verhoogd dan is de urine sterk geconcentreerd en er kans is op uitdroging.

pH Zuurgraad
De zuurgraad van de urine moet niet lager zijn dan 4,5, een lagere pH duidt op teveel afvalstoffen Voor een goede beoordeling moet bij iedere toiletgang de urine pH gemeten worden, er kan dan een goed overzicht worden gemaakt van de pH waarde in de loop van de dag en liefst gedurende een week. De invloed van voeding en activiteiten op de zuurgraad kan dan beter worden beoordeeld. Wanneer hieruit blijkt dat de pH te laag blijft is het raadzaam om te onderzoeken wat de oorzaak is.

Leucocyten
Leukocyten zijn witte bloedcellen. Deze horen normaal gesproken niet in urine gevonden te worden. Als er wel witte bloedcellen in de urine zitten, kan dat duiden op een blaasontsteking of urineweginfectie.

Bilirubine
In normale gezonde urine dient er nooit bilirubine aanwezig te zijn. Bilirubine (galpigment) is vooral afkomstig van de afbraak van rode bloedcellen.

Urobilinogeen
Urobilinogeen is afkomstig uit de darm waar het ontstaat uit de omzetting van bilirubine door de darmflora. Het komt terug in de bloedbaan en wordt er door de nieren weer uit gefilterd. Er bestaan veel factoren die de concentratie kunnen beïnvloeden zoals: tijd, nierfunctie, pH urine, etc.

Eiwit screening
Er is altijd een heel kleine hoeveelheid eiwit in de urine aanwezig. Verhoogde hoeveelheid eiwit in de urine kan wijzen op de nierontsteking, maar ook op de nierbeschadiging door een hoge bloeddruk, diabetes of door een chronische infectie.

Ketonen- Aceton
Ketonen zijn een brandstof voor de hersenen. In normale omstandigheden wordt glucose gebruikt als brandstof voor de hersenen, maar indien er onvoldoende glucose beschikbaar is, dan worden ketonen gebruikt als energiebron. Mogelijke oorzaken voor te veel ketonen in urine zijn nieuw ontstane of een ontregelde suikerziekte, na langdurig vasten, slecht werkzame bijnier, of zeldzame erfelijke stofwisselingsziekten.
In de urine komen verschillende ketonen voor zoals aceton en acetoacetaat. Het zijn afbraakproducten uit de vetstofwisseling.

Nitriet
Nitriet is een stof die ontstaat bij het omzetten van nitraat. In de urine hoort normaal gesproken weinig nitriet voor te komen. Als het wel in de urine wordt gevonden kan dit een signaal zijn dat er bacteriën in de urine zitten die deze omzetting mogelijk maken. Nitriet in de urine kan dus een signaal zijn dat er sprake is van een blaasontsteking.

Glucose screening
Normaliter hoort er geen suiker (glucose) in de urine te zitten. Alleen bij hoge glucosewaardes in het bloed (passend bij een diabetes mellitus) of bij beschadiging van de nier vindt men suiker in de urine.

Erytrocyten/vrij hemoglobine
Rode bloedcellen in de urine. Deze worden aangetroffen bij onder andere een nierontsteking of een bloeding in de urinewegen.
Prins Hendrikstraat 39-41
2671 JG Naaldwijk
0174 - 237703
Bezoek- en postadres:
Prins Hendrikstraat 39-41
2671 JG  Naaldwijk

Telefoon:
0174-237703

Email:
info @ westland-arbo . nl
medisch @ westland-arbo . nl
Terug naar de inhoud